Deze trui is net een dekentje, zó zacht! Als je deze eenmaal af hebt en je trekt de trui aan, dan weet ik zeker dat je deze niet zo snel meer uit zult doen. Heerlijk!
Mocht je nou erg blij worden van dit gratis patroon en in de toekomst graag meer gratis patronen van mij willen zien, doneer dan een bedrag naar keuze door hier te klikken. Alvast bedankt!
Vergeet je niet om me een leuke foto van je eindresultaat te sturen? Daar word ik namelijk erg BLIJ van!
Veel haakplezier!
Liefs,
Laura
Opmerkingen vooraf:
De afmetingen van deze trui zijn gebaseerd op mijn eigen kledingmaat: maat xs. Voor een grotere maat zul je het aantal steken, het aantal toeren en het aantal bollen garen moeten vermeerderen. Ik vermeld in het patroon waar je dit moet aanpassen voor grotere maten, maar ik kan je niet precies vertellen hoeveel steken/toeren/bollen je moet toevoegen.
Wat heb je nodig voor deze trui in maat xs?
- 2 bollen velvet garen van de action (300 gram per bol, je hebt aan anderhalve bol genoeg)
- Haaknaald 7,0
- Steekmarkeerders
- Stopnaald
- Schaar
Welke steken gebruik je?
- l = losse
- kl = keerlosse
- v = vaste
- st = steek
Uitleg granietsteek
Je haakt deze trui in de granietsteek. De steek zelf is erg simpel, maar bij het minderen moet je even opletten.
Eerst even een uitleg van de granietsteek (straks ga je pas haken, dit is nog een uitleg):
Je begint met een even aantal lossen + 1 extra keerlosse. In tekening 1 zijn dit 6+ 1 lossen (de rode lossen)
De laatste twee lossen van je lossenketting zijn je eerste steek van de heengaande toer.
Je haakt een vaste in de derde losse vanaf de naald en haakt steeds *losse, steek overslaan, vaste* tot het einde van de toer. Je hebt nu nog steeds keurig zes steken als je de twee keerlossen meetelt, zie tekening 2.
Ook bij de teruggaande toer (tekening 3) zie je dat je steeds begint met twee keerlossen, dat vormt je eerste steek. Dan haak je een vaste in de tweede steek (de losse van de vorige toer) en vanaf dan weer *losse, vaste* tot het einde van de toer .
Je haakt de vasten steeds in de lossenruimte van de vorige toer. Je eindigt dus met een vaste in de ruimte van de twee beginlossen van de vorige toer.
Als je steeds tekening drie herhaalt, krijg je uiteindelijk een grote lap gehaakt in de granietsteek. Nu even over het minderen, want dat is een beetje lastig.
Minderen aan het einde van een toer:
Je haakt het eerste deel van de toer gewoon precies hetzelfde als eerst. Bij de laatste twee steken haak je niet *losse, vaste* maar haak je twee steken samen. Daarvoor gebruik je de vaste en de twee beginlossen van de vorige toer. Haak twee vasten samen (zie tekening 4).
Als je nu weer terug wilt haken, maak je eerst weer twee keerlossen (is eerste steek), daarna haak je twee keer een vaste en vanaf dan haak je weer *losse, vaste* tot het einde van de toer. Zie tekening 5.
Als je nu nog een keer wilt minderen, zul je zien dat je hierna weer de ‘normale’ granietsteek krijgt.
Je begint de toer weer zoals je dit gewend bent en haakt de laatste twee steken samen. Dat zijn de vaste en de twee beginlossen van de vorige toer. Zie tekening 6.
Als je nu weer verder haakt, kun je weer na je twee beginlossen een vaste haken en vanaf dan wee *losse, vaste*. Je ziet in tekening 7 dat we, als we twee keer aan het einde van de toer geminderd hebben, eindigen met 4 steken en dat klopt precies, want we waren begonnen met 6 steken.
Minderen aan het begin van een toer:
We beginnen weer met de situatie van tekening 3 (6 vasten). Nu haken we aan het begin van de toer twee steken samen. We beginnen nog wel met twee keerlossen en haken de twee steken die volgen (een losse en een vaste van de vorige toer) samen. Hierna moeten we nog een vaste haken, want er volgt een losseruimte van de vorige toer. Zie tekening 8
Bij de teruggaande toer haak je dan twee vasten als laatste twee steken (zie tekening 9).
Minder je nog een keer aan het begin van de toer, dan merk je dat hierna de granietsteek weer ‘normaal’ wordt.
Je begint weer met de twee keerlossen en haakt de volgende twee steken samen (tekening 10).
Bij de volgende toer is de granietsteek weer ‘normaal’ en ook nu zijn we van 6 naar 4 steken gegaan (zie tekening 11).
Onthoud dus goed dat je telkens na twee keer te hebben geminderd aan het begin of einde van een toer, je granietsteek weer normaal wordt.
Als ik in het patroon schrijf dat je aan het einde van de toer twee steken moet samenhaken, dan doe je dat volgens tekening 4 of tekening 6 (afhankelijk van hoe jouw haakwerk op dat moment is) en als je aan het begin van de toer moet minderen, dan doe je dat volgens tekening 8 of tekening 10).
Proeflapje:
10 centimeter breed is 9,5 steken in de granietsteek.
Voor een trui van 50 cm breed haak je dus (9,5 x 5) 47,5, afgerond 48 steken.
Zo haak je de velvet sweater in maat xs:
Voorpand en achterpand:
Begin met een ketting van 48 + 1 lossen.
T1 – 50: granietsteek
T. 51: granietsteek, 12e en 13e st samenhaken en afhechten.
aanhechten in de 13e steek vanaf de andere kant. Haak eerste twee steken samen, toer afmaken met granietsteek.
Haak bovenstaande 51 toeren twee keer (voor- en achterpand zijn hetzelfde).
Haak de schoudernaden (12 steken aan elke kant) dicht.
Mouwen:
Begin met een ketting van 34+1 lossen.
T. 1 – 7: granietsteek (34 steken)
T. 8: granietsteek, aan het begin én aan het einde twee steken samenhaken (32 steken)
T. 9 – 14: granietsteek (32 steken)
T. 15: granietsteek, aan het begin én aan het einde twee steken samenhaken (30 steken)
T. 16 – 21: granietsteek (30 steken)
T. 22: granietsteek, aan het begin én aan het einde twee steken samenhaken (28 steken)
T. 23 – 28: granietsteek (28 steken)
T. 29: granietsteek, aan het begin én aan het einde twee steken samenhaken (26 steken)
T. 30 – 35: granietsteek (26 steken)
T. 36: granietsteek, aan het begin én aan het einde twee steken samenhaken (24 steken)
T. 37 – 39: granietsteek (24 steken)
T. 40: granietsteek, aan het begin én aan het einde twee steken samenhaken (22 steken)
T. 41 – 47: granietsteek (22 steken)
T. 48: granietsteek, aan het begin én aan het einde twee steken samenhaken (20 steken)
T. 49 – 50: granietsteek (20 steken)
Haak bovenstaande 50 toeren twee keer (beide mouwen).
Trui in elkaar zetten:
Haak de mouw vanaf de smalle kant naar de brede kant dicht en haak deze meteen vast in de trui. Zorg ervoor dat de naad onder de oksel komt. Zodra je rond bent, haak je in één keer de zijkant van de trui dicht.
Zo hoef je niet af te hechten en kun je in één keer de mouw dichthaken, de mouw in de trui haken en de zijkant van de trui dichthaken.
Halslijn:
Hecht de draad aan op een plek in de hals van de trui. Verdeel een toer vasten rondom de hals.
Trek de trui aan en plaats 4 steekmarkeerders ter hoogte van de zijkanten van je hals en nek (zie afbeelding).
T2 – 3: Haak vasten rondom. Haak op de plek van de steekmarkeerder twee vasten samen.
Werk tot slot alle draden weg en klaar is je trui!
Heb je deze trui gemaakt? Ik zou het super vinden als je de foto deelt via Instagram en mij hierin noemt: @crochet.away.with.me
Liefs, Laura
Dit patroon mag niet gebruikt worden voor commerciële doeleinden. Dit patroon is alleen voor eigen gebruik en het is niet toegestaan de inhoud van dit patroon te kopiëren, te delen of door te verkopen.
- Copyright Laura Pietersma – Crochet away with me 2020